In een bijna 2,5 uur durend concert trakteerde Karol G haar fans op een ruime greep uit haar albums, een verzorgde show en haar eigen warme persoonlijkheid.
De Colombiaanse popster Karol G werd in de aanloop naar Primavera Sound regelmatig als gerucht genoemd. Ergens logisch na de triomftocht van Rosalía vorig jaar, maar ze is natuurlijk nog veel populairder, zowel qua fans als qua sound.
Is het dan wel een goed idee om zo’n artiest de line-up voor een alternatief festival te laten trekken, met het risico dat het door de fans onder de voet gelopen wordt – of een stevige deuk slaat in het budget? Daarover zijn de meningen bepaald verdeeld.
Karol G kan je alleszins niet in een tent wegzetten, zoals Rosalía op Werchter vorig jaar. Ze vulde dit weekend niet één, maar twee keer de Ziggo Dome met in lichtroze uitgedoste fans, waaronder heel veel vrouwen met Latijns-Amerikaanse roots.
Die zwaaiden enthousiast met de vlaggen van hun moederlanden en hadden vast gehoopt het eindeloze regenweer even uit hun hoofd te zetten. Maar de show vatte zowaar aan met een nogal overbodig verhaal over een bevroren zeemeermin.
Overal groeiden ijspegels, en de zangeres werkte de eerste helft van haar show af in een opeenvolging van winterse outfits, oorwarmers en Moon Boots incluis. De wat onderkoelde opener ‘TQG’, een samenwerking met Shakira paste hier prima bij, maar bij de bachata van ‘El Barco’ stelden we ons voorheen geen bevroren landschap voor.
Gelukkig werd de ijsgekoelde sirene op het grote scherm na enige tijd uit haar lijden verlost door een genderfluïde vlinder die haar meteen ook een blitse zilveren haai aan de hand deed. Daarmee ontdooide ook de show een beetje: de dansers droegen steeds minder kleren, en Karol G zelf transformeerde tot ‘la bichota’, het gewiekste alfadier dat de hoofdrol speelt op de bonusversie van haar recentste album.
Even later belandden we in een soort Teletubbielandschap dat als backdrop diende voor de feelgood-songs ‘Mientras Me Curo del Cora’ (met prominente ‘Don’t Worry, Be Happy‘-sample) en ‘Mañana Será Bonito’, ook beide van het nieuwe album.
De show omvatte alle elementen die je kan verwachten van een grote popshow: opblaasbare decorstukken, een loopbrug naar een kleiner podium waar enkele akoestische songs gespeeld worden, en een dozijn onhoudbaar geile dansers die een spel van aantrekken en afstoten spelen met de aanbiddelijke ster van dienst.
Maar de meest memorable momenten waren die waarop de zangeres alleen over het podium dartelde, met schijnbaar geheel spontane bewegingen en grapjes die de Spaanstaligen tot helemaal bovenaan in de Ziggo Dome uit hun dak lieten gaan.
Het viel ook op hoe gevarieerd de muziek van Karol G eigenlijk is. Voor het ongeoefende oor klinkt veel Latijns-Amerikaanse muziek hetzelfde, maar de ritmes en invloeden zijn heel divers. Daar viel moeilijk naast te kijken toen de zangeres een cowboyhoed opzette voor enkele songs in Mexicaanse plattelandsstijl, waaronder de onversneden hoempapa van ‘Gucci los Paños‘, begeleid op tuba en accordeon.
Helemaal aan het einde volgde nog een oer-Hollands momentje, toen ‘Provenza’ uitliep in een Tiësto-remix met kenmerkende pompende beats die de zaal nog één keer deden ontploffen. ‘S91’, op tape bij wijze van outro, werd bij het naar buiten wandelen door iedereen uit volle borst meegezongen, helemaal tot aan de uitgang.
Het zou fijn zijn om Karol G op een festival te mogen verwelkomen, maar waarom zou je dat verkiezen boven een avond waarin artiest en fans helemaal all- in kunnen gaan? Waar kan een artiest 2,5 lang 35 nummers spelen, en de nodige tijd nemen om met fans op de foto te gaan of hen zelfs de gevraagde ’tres besos’ op de rood aangelopen wangen te drukken? Eigenlijk nergens, tenzij je naam niet Karol, maar Dave G is.
Behalve misschien op een festival dat helemaal aan dit genre is toegewijd, maar dat lijkt in Nederland maar niet te lukken: het al langer worstelende Pal Mundo-festival in Den Haag zal dit jaar helaas niet doorgaan. Er is nochtans een publiek voor. Wie durft?