Kees van Hondt over droomaffiches en droge cactussoorten

Kees van Hondt

Het zijn de drie krachtigste lettergrepen van elke festivalweide: Kees van Hondt. De koning van de polka, bamboe én de opblaasboot maakt er overal een Keeswaardig feestje van. Zijn shows staan bekend om de massale verkleedpartijen, hossende mensen en oneindige polonaises. ‘Keesie’ vertelt hoe zijn festivalleven tot stand is gekomen én welke act je komende zomer niet mag missen (op Kees na dan, natuurlijk).

[one_half]

Ontgroening

“[mks_dropcap style=”square” size=”52″ bg_color=”#ef4644″ txt_color=”#ffffff”]H[/mks_dropcap]et eerste festival waar ik ben geweest was Pinkpop 1980. Het was een samenloop van vrienden die besluiten te gaan. Ik wilde heel graag de J. Geils Band zien en The Jam. Wat ik me er vooral van herinner is dat het geluid veel te zacht stond. Moest je helemaal naar voren lopen om überhaupt te voelen wat van dat podium afkwam. Maar iedereen om me heen vond het helemaal fantastisch, dus het zou wel aan mij liggen.”

[/one_half]

[one_half_last]

Favoriete festival

“Het wisselt een beetje, en het ligt ook aan het weer. Ik vind Lowlands eigenlijk nog steeds wel nummer één, maar Down The Rabbit Hole vind ik ook fantastisch. Het is een combinatie van wie zijn daar, niet alleen qua muziek maar ook qua mensen. Op Oerol heb ik ook eens een goede tijd gehad. Alles moet kloppen: je hebt leuke mensen, het is lekker weer en er staat een goed programma.”

[/one_half_last]

[one_half]

Must see

“Ik hoop dat de Bohemian Betyars van de zomer een of twee festivals komen doen in Nederland. Volgens mij is het voor het eerst in de geschiedenis dat er een goede band uit Hongarije komt. Zij maken folk-punk. Dat doen er een heleboel, maar de meesten doen allemaal hetzelfde. De Bohemian Betyars hebben een hele eigen stijl, want Hongarije heeft zijn eigen folk en dat mengen zij met punk. Dat is echt anders dan wat we zijn gewend van Dropkick Murphy’s en Flogging Molly.”

[/one_half]

[one_half_last]

Bucketlist

“Ik heb zelf een keer een soort van ideale festival line-up gemaakt. Toen had ik Bowie op één, dat gaat dus niet meer. Als sub-headliner had ik System Of A Down. Toch is het altijd heel frustrerend om System Of A Down te zien. Zij zijn zo goed, al het andere dat er verder nog speelt is totaal overbodig. De eerste twee maanden na hun concert is alles opeens pipo-oefenruimte amateurniveau.”

[/one_half_last]

Kees van Hondt
Foto: Martijn Bouckaert

[one_half]

Kees tipt

“Ik vind het MadNes festival op Ameland fantastisch. Het is een heel klein festival en altijd binnen no-time uitverkocht. Er komt een bepaald slag mensen dat een goede feest-attitude heeft. Het is de hele omstandigheid van op een eiland zitten.”

[/one_half]

[one_half_last]

Favoriete kamerplant

“Eentje die heel weinig water nodig heeft. Dan kom je dus in de drogere cactusvarianten terecht. Er staat wel wat bamboe in mijn tuin. Bloemen is natuurlijk alleen maar ellende, dat is na een paar dagen dood. Niet dat ik fan ben van Adolf Hitler maar ik kan zijn uitspraak van ‘ik neem geen dingen in huis die doodgaan’ wel ondertekenen.”

[/one_half_last]

[one_half]

Terugblikken

“Ik had voor Sziget een aantal opblaasfiguren geregeld. Voor mij trad Major Lazer op, zij hadden in hun rider staan dat ze opblaasbeesten wilden hebben. Dat deel van de rider hadden ze bij Sziget helemaal niet gezien. Major Lazer zag mijn opblaasbeesten en dacht dat die voor hun waren. Wilden ze al die dingen meenemen. Zegt een van die bandleden: ‘Kan je ijsblokjes voor me halen?’ Ik denk: ‘Hoezo ijsblokjes halen, mongool. Ik ben de act na jou!’ Vervolgens leg ik de tourmanager uit dat ik de beesten heb gekocht voor mijn act, toen heb ik ze er tien meegegeven. En nou komt ie: tegen het eind van hun show komen er mensen met takken. Die kwamen dus voor Kees, wisten zij veel. Major Lazer loopt het podium af en dat publiek begint keihard: ‘Keesie, Keesie!’ te roepen. Kwamen die jongens terug om een toegift te geven. Zegt de stagemanager: ‘Kijk, dit is Kees, hij. Het publiek roept om hem, niet om jullie.’ Toen had ik heel even oogcontact met die pipo die mij om ijsblokjes had gevraagd. Dat was een gouden blik kan ik je vertellen.”

[/one_half]

[one_half_last]

Kees van Hondt
Foto: Martijn Bouckaert

[/one_half_last]