Advertisement

Voortreffelijk Transition 2024 kon perfect zonder Kamaal Williams

Terrence Parker © Tim Vernimmen

Transition Festival in TivoliVredenburg in Utrecht moest op de valreep zijn headliner vervangen. Maar de line-up was zo sterk dat dat nauwelijks opviel.

Het was zaterdag omstreeks halfvier al bijzonder druk in Park 6, de centrale ‘hangout’ in TivoliVredenburg. Aan Pandora stond een lange rij van fans die hadden gehoopt zich op te warmen aan de spirituele jazz van de Britse trompettist Matthew Halsall en zijn zeskoppige band. Ideaal om bij te ontwaken, maar echt klaarwakker werd je pas van het kwartet van pianist Christian Sands in Hertz. Die openden hun set vol virtuoze stroomversnellingen met een borrelend mengsel van de ‘Intro’ en ‘Outro’ van zijn recentste album Be Water, en gooiden er even later nog het schuimende ‘Crash’ én ‘Strange Meadow Lark’ van Dave Brubeck achteraan. Het speelplezier spatte ervan af.

Avishai Cohen

In de Grote Zaal was vervolgens het kwartet van de Israelische trompettist Avishai Cohen aan de beurt, een band waarmee hij al dertig jaar samenspeelt. Na een zwierige, swingende openingstune veranderde de sfeer, met het schrijnende ‘Will I Die, Miss? Will I Die?’ uit Cross My Palm with Silver, geïnspireerd door de gruwelijke mosterdgasaanval van het Assad-regime in het Syrische Ghouta 10 jaar geleden.

Dat bracht Cohen met een diepe zucht tot de gloednieuwe suite die de vier samen componeerden in de akelige sfeer die vandaag hun thuisland overheerst, en die werd opgedragen aan een ‘onmiddellijk staakt-het-vuren’. De titel wordt vermoedelijk ‘Ashes to Gold’, vertrouwde Cohen ons nog toe. Niet alle meanders waren even meeslepend, maar dit was een indrukwekkend muziekstuk vol rauwe emotie.

Terence Blanchard

Trompettist Terence Blanchard en zijn band putten voor hun set vooral uit het album Absence dat hij in 2021 opdroeg aan Wayne Shorter. Het contrast met de ingetogen verwevenheid van Cohen en co was aanzienlijk. Blanchard speelde voortreffelijk, maar liet tussendoor wel heel veel ruimte aan vooral gitarist Charles Altura.

Bij zijn passage in het Muziekgebouw in 2021 stoorde dat niet zo, omdat er daar meer tijd was, maar nu was het fijner geweest om wat meer verschillende stukken te horen en wat minder uitgesponnen solo’s. Gelukkig was ook het ijzersterke Turtle Island strijkkwartet weer van de partij, dat voor de nodige suspense en drama zorgde tijdens onder meer ‘I Dare You’ en tijdens een eigen intermezzo alle handen op elkaar kreeg.

Harold López-Nussa

Het hoogtepunt van de avond speelde zich ook helemaal bovenaan in het gebouw, in het gezellige kleine zaaltje genaamd Cloud 9. Daar speelde het trio van pianist Harold López-Nussa ten dans, vergezeld van de Zwitserse mondharmonicamaestro Gregoire Maret. Deze beperkte bezetting leek op voorhand een beetje jammer – was zijn laatste plaat niet net zo bijzonder dankzij de elektronische bijdragen van Snarky Puppy-frontman Michael League op keys en Bárbaro Crespo op percussie?

Gelukkig bleken Harold en zijn broer Ruy Adrian (aan de drums) allebei over minstens vier armen te beschikken, en speelden ze een weergaloze set die nauwelijks voor verbetering vatbaar was. Het was mooi om de aanvankelijk wat stijve Maret uiteindelijk helemaal uit zijn dak te zien gaan, en ook in het publiek kwam er gaandeweg steeds meer beweging. Indrukwekkend hoe de band de veelzijdige doch voorspelbare ritmes van de latin jazz soms helemaal verhakselde tot iets nieuws.

Als de organisatie deze heren naar de Grote Zaal had verhuisd na de afzegging van Kamaal Williams hadden ze die vast ook helemaal op z’n kop gezet. Misschien iets voor volgende keer, dan met Michael League en z’n collectie synthesizers erbij?

Laura Misch

De eigenlijke invaller voor Kamaal was Laura Misch, die weliswaar saxofoon speelt, maar wiens concert bezwaarlijk als jazz te kwalificeren viel. Mede door haar innemende stem deden de songs die ze samen met harpiste Marysia Osu en een kleine collectie elektronica op de Grote Zaal losliet eerder aan Everything But the Girl of Dido denken dan aan pakweg Nala Sinephro. Maar dat valt de organisatie na de last-minute-tegenslag nauwelijks aan te rekenen, en het enthousiasme van de 31-jarige muzikante was aanstekelijk. Halverwege kreeg ze zelfs zowat het hele staande publiek zover om de volgende twee nummers al liggend op de grond te beluisteren.

Daarmee had dit concert plots meer weg van de extatische blotevoetenfeestjes die soms ook in Tivoli neerstrijken dan van een jazzfestival. Maar hoewel geen ideale headliner, was dit eigenlijk een prima slaapmutsje na een dag vol uitstekende muziek.