De line-up van de tweede dag van North Sea Jazz 2023 telde opvallend veel Afrikaanse en Afrikaans geïnspireerde artiesten. Dat lijkt stilaan een trend.
De Nigeriaanse superster Burna Boy pakte vorig weekend Down the Rabbit Hole in, de Nigeriaan REMA was één van de headliners op Rolling Loud Rotterdam en op Best Kept Secret 2023 stonden dit jaar maar liefst vier Afrikaanse artiesten. Ook North Sea Jazz, waar Latijns-Amerikaanse en Caraïbische artiesten jarenlang talrijker waren dan Afrikaanse, wist dit jaar meer artiesten uit het uitgestrekte continent te strikken.
Africa/Brass
Dat is toepasselijk, want veel Noord-Amerikaanse muziek (en dus ook de jazz) wortelt in belangrijke mate in Afrikaanse muziekstijlen en generaties jazzmuzikanten vernieuwden het genre met nieuwe Afrikaanse invloeden. Omgekeerd sloeg de muziekstijl ook in Afrika aan en boden de lokale varianten die daar ontstonden ook in het noorden inspiratie. Zo was het album Africa/Brass, dat vernieuwer John Coltrane in 1961 opnam, openlijk schatplichtig aan de uitbundige Afrikaanse brassbands.
De partituren voor dat album gingen verloren in een brand, maar werden eind jaren negentig gerecreëerd door trompettist Charles Tolliver en de oorspronkelijke bassist Reggie Workman. Tolliver was op North Sea Jazz uitgenodigd om het geheel nog eens te komen dirigeren, met af en toe een streepje trompet, in samenwerking met het New Rotterdam Orchestra en met jong geweld Binker Golding in de rol van Coltrane.
Dat was een mooie opener en het is fijn en terecht dat dit soort muziek nog eens op deze manier wordt uitgevoerd. Tegelijk is het format – groot orkest, hele bekende stukken – inherent ook nogal beperkend en voorspelbaar, meer als een klassiek concert, en dat wringt toch altijd ook een beetje bij deze liefhebber van live jazz.
Somi
Gelukkig was daar vervolgens de heerlijk spontane Somi – geboren in de VS, maar met Oost-Afrikaanse ouders – die zich de afgelopen jaren verdiepte in de muziek van de Zuid-Afrikaanse Miriam Makeba. Ze verwees naar haar invloedrijke voorgangster als een ‘space maker’, die wereldwijd de ruimte had gecreëerd waarin vrouwelijke performers met Afrikaanse roots zichzelf konden zijn. Ze benadrukte dat de vaak als een gimmick behandelde artiest zich daarvoor heel wat moest laten welgevallen.
Hoewel ze zelf deels in het Swahili is opgevoed, had Somi zich voor de gelegenheid ook de klikkende klanken die Zuid-Afrikaanse talen als Xhosa en Zulu kenmerken, eigen gemaakt – welk van de twee ze zong kunnen we je niet vertellen. Daarnaast verrijkte ze haar prachtige jazzy vocalen ook met het ritmische gehijg en dat vaak opduiken in traditionele Afrikaanse zang, en ululeerde ze er zo nu en dan op los.
Die afwisseling tussen sprankelende dinner party jazz en uitgelaten, emotionele momenten die verbinding zochten met de wortels van de immigrantengemeenschap in Harlem, New York waar ze opgroeide, resoneerde duidelijk sterk bij het erg diverse publiek op North Sea Jazz. “Nu heb ik alles gezien, ik kan naar huis,” zei een ontroerde vrouw naast ons na afloop. Maar er was gelukkig nog meer op komst.
Een pianist, een zanger en een dansorkest
In de grote Hudsonzaal was de 88-jarige Zuid-Afrikaanse pianist Abdullah Ibrahim te gast met zijn trio. Hij werd geboren in Kaapstad en was één van de gangmakers van de befaamde lokale jazzscene daar, maar leefde tijdens de Apartheid noodgedwongen decennialang in ballingschap. Zijn muziek klinkt vandaag niet uitgesproken Afrikaans, maar wie zijn door de lokale volksmuziek geïnspireerde platen kent, hoorde die ongetwijfeld af en toe doorschemeren in zijn pianospel.
De immer meeslepende Malinese zanger Salif Keita speelde in de Amazonzaal helaas voor een zittend publiek. Dat is de best gekoelde ruimte in Ahoy, maar net voor dit concert was die doeltreffende airco waar we in andere zalen vaak naar snakten nu net een beetje te veel van het goede. Dit was daarom een wat minder stomende set dan gehoopt, maar wel een hele mooie kans om de man nog eens bezig te zien.
Onze gebeden werden overigens snel verhoord, want op het Congopodium (het enige buiten het gebouw van Ahoy) kreeg het Senegalese Orchestra Baobab tussen even later ondanks of net dankzij de aanhoudend zwoele temperaturen wél de hele tent aan het shaken. Dat is geen eenvoudige opgave met het vaak wat stijve, onwennige publiek van North Sea Jazz, maar dit was simpelweg onweerstaanbaar.